noyon-geboortehuis-johannes-calvijn

KORTE LEVENSBESCHRIJVING

JOHANNES CALVIJN werd geboren op 10 juli 1509 te Noyon, in het noorden van Frankrijk. Hij was een zoon van Gérard Calvijn en Jeanne Lefranc. Vooral Calvijns moeder voedde Johannes op volgens de regels van de Rooms Katholieke Kerk. Johannes volgde onderwijs aan de jongensschool in Noyon, het College der Capetten, waar hij een ijverige leerling bleek te zijn. Als veertienjarige ging Calvijn naar de universiteit van Parijs waar hij theologie ging studeren. Dit op voorspraak van zijn vader die een hoge kerkelijke positie bekleedde. Later vervolgde hij zijn studie (rechten) aan de universiteit in respectievelijk Orleans en Bourges.

Waarschijnlijk had Johannes Calvijn ook in Parijs al iets over Maarten Luther gehoord maar vooral in Orleans kwam hij in contact met Luthersgezinden. Toen in mei 1531 zijn vader stierf, besloot Calvijn om in Parijs talen te gaan studeren. Daar kwam hij in aanraking met geschriften van Jacques Le Fèvre en had hij ook veel gesprekken met Luthersgezinden. Het gevolg was dat Calvijn begon te twijfelen aan de leer van zijn moederkerk, de Rooms Katholieke Kerk.

Rond 1532 kwam Johannes Calvijn door genade tot geloof en bekering. God, Die Zelf zorgt voor Zijn Kerk, verlichtte Calvijn met de Geest der Waarheid. Dit bleef niet zonder gevolgen. Vanaf toen zette Calvijn zich met hart en ziel in voor de Reformatie van Frankrijk. Ook dit bleef niet zonder gevolgen! Toen bleek dat Calvijn had meegewerkt aan de totstandkoming van een Luthers getinte redevoering op 1 november 1533 door de rector van de universiteit van Parijs, Nicolaas Cop, moesten ze beiden vluchten voor hun leven. Calvijn vluchtte naar het zuiden van Frankrijk, naar Angoulême. Hier maakte hij een begin aan zijn belangrijkste nalatenschap, zijn Institutie.

Vanuit Angoulême bezocht hij Jacques Le Fèvre in Nerac. Tijdens één van de gesprekken sprak Le Fèvre: “Jij Calvijn, jij bent het werktuig waarvan God gebruik zal maken voor de Reformatie.” Het bleken historische woorden, zo weten wij nu!Nerac, kasteel van Henry IV

In Poitiers, een stad zo’n 100 km te noorden van Angoulême waren inmiddels veel aanhangers van de Reformatorische leer. Calvijn werd door hen uitgenodigd om daar het (zuivere) Woord van God te bedienen in een dienst van Woord en Sacrament. Omdat het te gevaarlijk was om dit in de stad zelf te laten plaatsvinden werd deze dienst gehouden in één van de grotten buiten de stad. Opnieuw een historische gebeurtenis die plaatsvond in 1534.

In datzelfde jaar moest Calvijn opnieuw vluchten voor zijn leven. Hervormingsgezinden hadden plakkaten opgehangen die fel gekant waren tegen de roomse Mis. Het hart van de Rooms Katholieke Kerk werd geraakt, dit ook zeer tegen de zin van koning Frans I. Calvijn vluchtte naar Bazel waar hij in 1536 zijn ‘eerste’ Institutie uitgaf.

In 1536 wilde Calvijn naar Straatsburg. Straatsburg lag toen in Duitsland. Vanwege de oorlog die woedde tussen Koning Frans I en Keizer Karel V was Calvijn genoodzaakt een omweg te maken via Genève. Hij wilde overnachten in Genève om vervolgens de volgende dag weer verder te gaan. Maar dat liep zo geheel anders. Toen Willem Farel hoorde dat Calvijn in de stad was, ging hij in gesprek met Calvijn. Hij probeerde Calvijn te overtuigen dat zijn hulp bij de Reformatie van Genève dringend gewenst was. Calvijn weigerde aanvankelijk. Maar toen sprak Willem Farel: "...Ik verklaar in de Naam van de Almachtige God, uw studie is maar een voorwendsel; indien u weigert dit werk des Heeren ter hand te nemen, God zal u vervloeken want u zoekt uzelf en niet Christus..." Calvijn schrok hiervan zo erg dat hij niet meer durfde te weigeren. Zodoende werd één nacht twee jaren.
Genève, kathedraal St. Pierre
In 1538 werden Johannes Calvijn en Willem Farel op last van het stadsbestuur uit Genève verbannen. Farel kreeg een beroep uit Neuchâtel. Martin Bucer in Straatsburg vroeg Calvijn om de zorg op zich te nemen over de Franse vluchtelingengemeente in Straatsburg. Deze vluchtelingengemeente bestond voornamelijk uit Franse vluchtelingen die werden vervolgd om hun geloofsovertuiging. Calvijn ging naar Straatsburg en diende deze gemeente drie jaar. Hij heeft er heel veel werk verzet, ondermeer t.a.v. een geordend kerkelijk leven. In deze stad trouwde Calvijn ook met Idelette de Bure, een weduwe met twee kinderen.

In 1541 verzocht de stadsraad van Genève Calvijn om terug te komen. Sinds zijn vertrek uit Genève was er heel veel mis gegaan. Calvijn zag de roep uit Genève als een Goddelijke roeping en ging. Ondanks zijn zwakke gezondheid, mede veroorzaakt door zijn niet aflatende ijver in dienst van zijn God, mocht hij veel betekenen voor Genève, voor geheel Frankrijk en ver daar buiten.

De dienst des Heeren was hem lief. Zijn lijfspreuk werd: “Laat mij verteren, als ik maar nuttig ben”. Zo besteedde Calvijn al zijn gaven en krachten in dienst van God om Zijn Kerk te bouwen. Calvijns leven was als een kaars: ‘Door te verteren, geeft zij licht, door licht te geven, verteert zij’.

Op 27 mei 1564 werd de 54-jarige Calvijn door zijn God thuisgehaald. Calvijn heeft zoveel betekend voor de Reformatie in de 16e eeuw, met zulke zegenrijke gevolgen voor de tegenwoordige tijd, dat wij hem, naast God, dankbaarheid verschuldigd zijn.