Geboortehuis van Charles Haddon Spurgeon in Kelvedon

KORTE LEVENSBESCHRIJVING

CHARLES HADDON SPURGEON werd geboren in 1834 in Kelvedon, een klein plaatsje in Engeland. Het gezin Spurgeon leefde onder armoedige omstadigheden. Charles' ouders besloten daarom om hun kind onder te brengen bij James Spurgeon in Stambourne, de opa van Charles. Hij verbleef er ruim vijf jaar.

Charles en zijn opa konden het heel goed vinden met elkaar. Charles was altijd daar waar opa was. Opa James Spurgeon was predikant. Zodoende kreeg Charles al vroeg indrukken van het predikambt. Hij was ook regelmatig getuige van gesprekken tussen gemeenteleden en hun predikant.

Charles hield heel erg veel van zijn opa. Toen Charles bemerkte dat zijn opa verdriet had om een gemeentelid, Thomas Roads, die een ergerlijk leven leidde en zijn tijd veelvuldig doorbracht in de kroeg, kon Charles dat niet langer aanzien. Zijn besluit stond vast. Hij zou die meneer Roads wel eens de waarheid gaan vertellen. De 5-jarige Spurgeon stapte de kroeg binnen en ernstig waarschuwde hij het gemeentelid. Dit bleef niet ongezegend. Thomas Roads kwam tot bekering. Later werd hij zelfs tot ouderling verkozen in de gemeente van James Spurgeon.

Charles Haddon was bijna 6 jaar toen hij weer bij zijn ouders ging wonen. Inmiddels was zijn vader predikant en woonde met zijn gezin toen in Colchester. Na de geboorte van Charles werden er nog 16 kinderen geboren waarvan er maar liefst 9 op jonge leeftijd stierven. Het gezinsleven thuis heeft diepe indrukken gemaakt op Charles Haddon Spurgeon. De kinderen werden zeer godsdienstig opgevoed in de vreze des Heeren. Elke dag bad moeder Spurgeon ernstig met haar kroost. Met elk kind apart. In Spurgeons autobiografie lezen we hierover: "Ik had godvrezende ouders, die met heilige jaloersheid over mij waakten. Ze leerden mij de weg Gods in mijn jeugd. Ik zal nooit moeders betraande ogen vergeten als zij mij toesprak de toekomende toorn te ontvlieden, hoe ze haar armen om mij heen sloeg en bad: ‘Och, Heere, geef dat mijn zoon voor Uw aangezicht mocht leven. Elke avond lazen de kinderen vers voor vers een hoofdstuk uit de bijbel. Vader of moeder verklaarde dan wat zij gelezen hadden. Daarna werd er ook een stukje uit Alleine's 'Alarmkreet voor de zondaren', of uit Baxter’s 'Roepstem tot de onbekeerden', gelezen, en de leringen werden van toepassing gemaakt op een ieder van ons."

Charles Haddon volgde basisonderwijs in Colchester en hoger onderwijs in Maidstone en Newmarket. Hij was een pientere leerling. Naast zijn eigen studie mocht hij zelf ook les geven. Rond de jaarwisseling van 1849-1850 werd de school tijdelijk gesloten vanwege een griepepidemie. Zodoende werd Charles gedwongen om thuis te blijven.

Op zondag 6 januari 1850 ging Charles naar de kerk. Gewoonlijk ging hij met zijn vader mee maar die dag was het weer zó slecht, dat zijn moeder hem verbood met zijn vader mee te gaan, die deze zondag ergens anders moest preken. Al van jongs af aan worstelde Charles Haddon met de vraag: "Hoe kan ik vergeving van zonden ontvangen". Zijn zonden drukten hem soms zo zwaar terneer. Niet naar de kerk gaan? Dat was voor hem geen optie. Op aanraden van zijn moeder zocht hij een kerk op in de buurt. Hij kwam terecht in een klein kerkje van de Primitieve Methodisten in Colchester. De predikant die zou voorgaan kwam door hevige sneeuwstorm niet opdagen. Een eenvoudige ouderling spreekt over de tekst uit Jesaja 45: 22: "Kijk naar Mij en wordt behouden". Het werd een dienst die Charles Haddon nooit meer kon vergeten. Want op deze dag werd hij naar het Kruis van Christus geleid om vervolgens van zijn zondenlast te worden verlost. Dat bleef niet onopgemerkt. Amper thuisgekomen mocht hij getuigen wat God aan zijn ziel gedaan had. Het veranderde zijn leven totaal. Eenmaal terug in Newmarket begon hij met evangeliseren. Maar ook aanvechtingen van satan bleven hem niet vreemd.

In deze rivier de Cam vlakbij Isleham werd C.H. Spurgeon gedoopt In deze periode besloot hij baptist te worden en liet zich dopen door ds. Cantlow in Isleham. Later in het jaar 1850 verhuisde Charles Haddon Spurgeon naar Cambridge. Daar vond hij werk als leerling-docent. Daarnaast verrichtte hij er veel werk voor de zondagsschool van de St. Andrews Baptist Church. Zijn bijzonder gave om te spreken bleef niet onopgemerkt...

Door een list wist men Spurgeon naar Teversham te sturen. Hij zou met iemand meegaan die moest preken bij een thuisgemeente. Maar deze persoon had nog niet zoveel ervaring. Of Spurgeon maar met hem mee wilde gaan om hem tot steun te zijn. Niets vermoedend ging Spurgeon mee maar zijn metgezel wist niet beter of Spurgeon zou voorgaan. Na overleg besloot Spurgeon om dan maar één van zijn zondagsschoolvertellingen te herhalen. Het werd zijn allereerste preek. Zijn hoorders waren diep onder de indruk en verplichtten de 15-jarige Spurgeon om vaker te komen preken. Enkele jaren later kreeg hij zijn eerste beroep naar Waterbeach. Hij diende deze gemeente met zegen. In 1853 kreeg hij een beroep van de New Park Street Chapel te Londen. Dit beroep nam hij aan, hoewel hij slechts 19 jaar oud was. De Heere wees hem de weg die hij moest gaan. Binnen korte tijd kwam deze gemeente tot grote bloei.

Deze voorspoed bracht Spurgeon in de diepte. Zelf schreef hij: 'Wie ben ik, dat ik aan zo’n grote menigte leiding moet geven? Ik wilde wel naar mijn dorpje terug. Ik was bevreesd voor het werk dat God in Zijn voorzienigheid voor mij bereid had. Ik voelde mij als een kind en beefde toen ik de stem hoorde: 'Sta op, dors de bergen en stel ze tot kaf.'

De gemeente van Spurgeon groeide verder en kwam tot zeer grote bloei. In 1860 werd gestart met de bouw van een nieuwe kerk, de Metropolitan Tabernacle, in hartje Londen. Er waren toen maar liefst 3000 zit- en 1000 staanplaatsen! Spurgeon mocht ook in deze stad velen tot zegen zijn.

Spurgeon heeft veel geschriften nagelaten, o.a. maar liefst 153 boeken. Daarin kan men getuige zijn wat Spurgeon dreef om met zoveel passie zijn werk te mogen doen. Als een dienaar van Christus. Zijn preken werd stenografisch uitgeschreven, werden op maandag door Spurgeon verder uitgewerkt en kwamen daarna in drukvorm ter beschikking. Zodoende gingen zijn preken de gehele wereld over en kunnen daarom tot aan vandaag nog worden gelezen. Zijn geschriften zijn velen nog steeds tot zegen.

Spurgeon trad in 1856 in het huwelijk met Susannah Thompson. Hun huwelijk werd gezegend met een tweeling, Charles en Thomas. beiden zijn later ook predikant geworden.

Spurgeon preekte soms voor duizenden hoorders tegelijk. Eenmaal preekte hij zelfs voor maar liefst 23.654 mensen! Van heinde en verre kwamen de mensen om de 'de prins der predikers' te beluisteren. Velen werden rijk gezegend met een eeuwige zegen.

Ook maatschappelijk heeft Spurgeon veel betekenis gehad. Hij richtte o.a. weeshuizen op. Terecht wordt hij dan ook een Philantroop genoemd. Verder heeft hij ervoor gezorgd dat predikanten een gedegen opleiding kregen. Hij gaf zelf ook les. Spurgeon mocht heel veel werk verzetten, en dat met een zwakke gezondheid. Ernstige reuma maakte werken soms onmogelijk, gekweld door hevige pijnen. Dat was dan ook de reden dat hij 's winters in Menton verbleef, in het uiterste zuiden van Frankrijk, waar het subtropisch klimaat de pijnen verminderden.
Graf van C.H. Spurgeon op Norwood Cemetery in Londen Aan het eind van 1891 ging Spurgeon opnieuw naar Menton. Het werd zijn laatste keer. Hij werd ziek en in januari verslechterde zijn toestand dramatisch. De dood diende zich aan. Daar zag hij overigens niet tegenop, getuige hetgeen hij tegen zijn vrouw sprak: 'O vrouw, ik heb zo’n zegenrijke tijd gehad met mijn Heere. Mijn werk is ten einde. Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop geëindigd, ik heb het geloof behouden.'

Op 31 januari 1892 kwam er een eind aan het leven van Charles Haddon Spurgen. Met grote eer werd hij op 11 februari begraven op de begraafplaats 'Norwood Cementery' in Londen, waar zijn lichaam rust tot de jongste dag. Spurgeons mond is gesloten. Zijn boodschap leeft voort: "...Laat mijn naam vergaan, maar laat de Naam van Christus de eeuwigheid verduren..."